Mensen vragen mij wel eens wat ik het leukste vind aan het beroep re-integratiebegeleider. Voor mij is dat vrij makkelijk te beantwoorden; de afwisseling, maar vooral het contact met mensen en het feit dat ieder persoon en ieder traject uniek is. Daardoor is geen dag hetzelfde.
Als re-integratiebegeleider ben je altijd op zoek naar de balans tussen het behalen van het gestelde doel zonder iemand over ‘het randje te duwen’ en zonder dat de procesgang of het dossier in gevaar komt. Daarom noem ik mijzelf weleens ‘de grote puzzelaar’. Idealiter vind je natuurlijk voor iedere kandidaat de best passende nieuwe betaalde werkplek. Omdat dit niet altijd mogelijk is, moet op zijn minst het dossier helemaal waterdicht zijn en wil ik dat alle rapportages duidelijk en volledig zijn. Dit alles uiteraard op tijd zodat de opdrachtgever te allen tijde op de hoogte is van de laatste stand van zaken. Hierdoor kan ook tijdig worden bijgestuurd als dat nodig mocht zijn.
Mijn werkweek is heel afwisselend. Zoals aangegeven is ieder persoon en ieder traject uniek maar als re-integratiebegeleider heb je ook veel vaste instrumenten en thema’s die je als het ware afvinkt. Zo voer ik met kandidaten altijd een intakegesprek, schrijf ik trajectplannen en voortgangs- en eindrapportages, bewaak ik de procesgang, benader ik potentiële werkgevers, bemiddel ik bij vrijwilligerswerk, proefplaatsingen of werkervaringsplaatsen en daarbij probeer ik de kandidaat actief onder de aandacht te brengen via acquisitie of direct mailingacties.
Wanneer ik in gesprek ga met een werkgever over het re-integratieproces van een (ex-)werknemer dan geef ik altijd aan dat de werkgever duidelijk moet zijn, de werknemer goed moet informeren, eerlijk moet zijn en bovenal contact moet houden. Oprechte interesse zorgt ervoor dat een traject vele malen soepeler verloopt. Ook kom ik soms nog wel eens situaties tegen waarbij het overduidelijk is dat een werkgever na en aantal maanden ziektewet eigenlijk al weet dat ze absoluut niet verder willen met een bepaalde werknemer. Zij gebruiken dan uiteindelijk het 2e spoortraject om van iemand af te komen terwijl de persoon in kwestie er alles aan doet om krampachtig vast te houden aan zijn oude baan of werkgever. In dit soort gevallen geldt vaak de regel ‘principes zijn duur’.
Wanneer het niet gaat om zeer ernstige medische aandoeningen, maar meer om een verstoorde arbeidsrelatie is het naar mijn mening soms slimmer om veel eerder het gesprek aan te gaan en duidelijk te maken dat de deur voor de werknemer echt gesloten is. Kijk dan of je op die manier tot een oplossing kan komen. Soms lukt het dan om met een goede vaststellingsovereenkomst en een outplacementtraject op een soepelere manier afscheid van elkaar te nemen. Dat scheelt stress, ergernis en bovendien geld.